De principe van de hypotheek op basis van een levensverzekering is, dat er niets wordt afgelost.

Aan deze hypotheekvorm keert uit bij overlijden van de verzekerde / geldnemer voor de einddatum van de hypotheek.

De verzekering keert uit op einddatum van de hypotheek als de verzekerde / geldnemer dan in leven is.

In beide gevallen word de uitkering gebruikt om af te lossen.

Gedurende de hele looptijd betaalt de geldnemer rente over de volle hypotheek.

Hij lost niets af.

In plaats van aflossing betaald hij premie voor de gemengde verzekering.

De premie voor de verzekering bestaat uit een spaarpremie en een risico opname.

Met de spaarpremie wordt het kapitaal opgebouwd waarmee aan het einde van de looptijd de hypotheek word afgelost.

Met de risicopremie wordt het overlijdenrisco verzekerd.

De uitkering bij overlijden zorgt ervoor dat de nabestaanden een huis erven waarvan dat vrij is van de hypotheek.

Nadeel is wel van een levenshypotheek is dat overstappen naar een andere verzekeraar en een andere hypotheekvorm altijd ongunstig is.